Overhead
Omschrijving | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
---|---|---|---|---|
Aantal inwoners per 1 januari | 88.609 | 89.321 | 89.904 | 90.831 |
Formatie (FTE) per 1.000 inwoners | 10,01 | 10,98 | 10,91 | |
Bezetting (FTE) per 1.000 inwoners | 9,15 | 10,37 | 9,96 | |
Apparaatskosten per inwoner | 309 | 332 | 437 | |
Kosten inhuur externen als % van totale loonsom plus totale kosten inhuur externen. | 17 | 21 | 23 | |
Overhead (in % van totale lasten) | 14,2 | 12,9 | 13.7 |
Indicator: | Aantal inwoners per 1 januari |
---|---|
Toelichting: | Aantal inwoners per 1 januari |
Bron: | Basisregistratie personen (BRP) |
Indicator: | Formatie (FTE) per 1.000 inwoners |
Toelichting: | Uitgangspunt is het vastgestelde/toegestane formatieplan per 1 januari. 1 FTE is het equivalent van een 36-urige werkweek. In de formatie wordt geen expliciet onderscheid gemaakt tussen fte formatie werken voor derden (bijvoorbeeld Aalsmeer) en fte formatie van Amstelveen zelf. |
Bron: | Eigen gegevens afdelingen HRM en financiën |
Indicator: | Bezetting (FTE) per 1.000 inwoners |
Toelichting: | Voor de begroting is het uitgangspunt de werkelijke bezetting per 1 januari van het vorige jaar. Voor het jaarverslag wordt het gemiddelde van de werkelijke bezetting op 1 januari en 31 december berekend. In de formatie wordt geen expliciet onderscheid gemaakt tussen fte formatie werken voor derden (bijvoorbeeld Aalsmeer) en fte formatie van Amstelveen zelf. |
Bron: | Eigen gegevens afdelingen HRM en Financiën |
Indicator: | Apparaatskosten per inwoner |
Toelichting: | Apparaatskosten (ofwel organisatiekosten) zijn de noodzakelijke financiële middelen voor het inzetten van personeel (salarissen), organisatie-, huisvestings-, materieel-, automatiseringskosten en dergelijke voor de uitvoering van de organisatorische taken. Apparaatskosten zijn dus alle personele en materiële kosten die verbonden zijn aan het functioneren van de organisatie, exclusief griffie en bestuur. |
Bron: | Eigen begroting/rekening: totale lasten minus totale baten taakveld 0.4 (inclusief reservemutaties) |
Indicator: | Kosten inhuur externen als % van totale loonsom plus totale kosten inhuur externen. |
Toelichting: | Het betreft onder andere inzet van uitzendkrachten, zzp'ers of detachering. Dit kan inhuur zijn voor tijdelijke vervanging of specialistische kennis. Kenmerkend is dat de inhuurkracht een plaats krijgt in de hiërarchie van de organisatie. |
Bron: | Eigen begroting/rekening: loonsom taakveld 0.4/inhuur externen en de paragraaf bedrijfsvoering |
Indicator: | Overhead (in % van totale lasten) |
Toelichting: | Dit betreft de op taakveld 0.4 begrote/verantwoorde overheadkosten (exclusief reservemutaties). Deze kosten moeten worden gedeeld door het totaal saldo van de lasten (exclusief toevoegingen aan reserves). |
Bron: | Eigen begroting/rekening |