Voorzieningenmutatie met toelichting
bedrag x € 1.000 | bijgestelde begroting | jaarrekening | verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
taakveld + omschrijving | a. toe-voeging | b. ont-trekking | c=a-b verschil | stand 1jan | d. toe-voeging | e. ont-trekking | stand 31dec | f=d-e verschil | g=c-f |
0.8 Alg. pensioenwet politiek ambtsdragers + wachtgeld | 140 | 185 | -45 | 3.061 | 1.122 | 283 | 3.900 | 839 | -885 |
0.8 Dubieuze debiteuren | 0 | 0 | 0 | 954 | 280 | 416 | 818 | -136 | 136 |
0.8 Dubieuze vorderingen op openbare lichamen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
8 Algemene dekkingsmiddelen | 140 | 185 | -45 | 4.015 | 1.402 | 699 | 4.718 | 703 | -748 |
Algemene pensioenwet politiek ambtsdragers (APPA)
Voor het bepalen van de voorziening is de rekenrente van essentieel belang. Hoe hoger de rente, hoe lager de waarde van het lopende jaar moet zijn om in de toekomst aan de verplichtingen te kunnen voldoen.
Een lagere rekenrente per 1 januari 2020 (0,290% t.o.v. 1,577% per 1 januari 2019) betekent dat een aanvullende dotatie aan de wachtgeldvoorziening noodzakelijk was van € 1 miljoen. In de tweede tijdvak kon de omvang nog niet bepaald worden en werd verwezen naar de jaarrekening.
dubieuze debiteuren
In de verordening 212 staan gedragsregels voor het bepalen van het saldo dubieuze debiteuren. De voorziening geeft een indicatie van de vorderingen waar de gemeente een risico loopt ten aanzien van het (volledig) terugontvangen van vorderingen.
De noodzakelijke omvang wordt vastgesteld door afhankelijk van de ouderdom van de openstaande posten een bepaald percentage als dubieuze vordering te beschouwen; tussen 1 en 2 jaar is dit 50%, tussen 2 en 3 jaar 75% en voor oudere vorderingen 100%.
Dit leidt tot een voorziening per 31 december 2019 van € 818.000. De grootste post hierbinnen betreft belastingdebiteuren (€ 0,6 miljoen).