5.3 Toelichting op de balans

uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

bedrag x € 1.000

31-12-2019

31-12-2018

Overige vorderingen: 1. handelsdebiteuren

12.910

2.980

Overige vorderingen: 2. belastingdebiteuren

2.017

2.325

Overige vorderingen: 3. sociale dienst debiteuren

3.347

3.452

Overige vorderingen: 4. voorziening dubieuze debiteuren

-2.608

-2.705

Overige vorderingen: 5. facilitaire projecten: nog te facturen

0

42

Uitzettingen in s Rijks schatkist met rentetypische looptijd korter dan één jaar

54.478

74.276

Vorderingen op openbare lichamen

2.626

2.742

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

72.771

83.112

1 t/m 3 en vorderingen op openbare lichamen: debiteurensaldo
Van het debiteurensaldo ad € 18,2 miljoen euro resteert in februari 2019 € 1,6 miljoen voor handels–, € 3,3 miljoen voor sociale dienst–, € 1,7 miljoen voor belastingdebiteuren en € 0,4 miljoen vorderingen op openbare lichamen (totaal € 7,0 miljoen). Hierbij moet echter in acht worden genomen dat het saldo van sociale dienstdebiteuren een specifiek karakter heeft, waarbij afloop van de vordering op korte termijn veelal niet wordt gerealiseerd.

Op 1 juli 2020 vervalt een uitstaande lening aan de BNG van € 9,1 miljoen. Doordat de aflosdatum binnen 1 jaar valt staat de lening verantwoord onder deze balanscategorie.

4 voorziening dubieuze debiteuren
Van de voorziening dubieuze debiteuren heeft € 1,4 miljoen betrekking op het openstaande saldo “sociale dienstdebiteuren” ad. € 3,3 miljoen euro. Van de overige debiteuren met een volume van € 14,9 miljoen euro per 1 januari wordt € 1,1 miljoen euro als dubieuze vordering beschouwd. De voorziening wordt bepaald op basis van de vastgestelde spelregels in de financiële verordening 212.

5 facilitaire projecten: nog te factureren
Het betreft hier kosten faciliterend grondbeleid die verhaald kunnen worden op derden en waarbij sprake is van een getekende overeenkomst. Conform de notitie Grondbeleid in begroting en jaarstukken (2019) maken deze posten ultimo 2019 onderdeel uit van de overlopende activa en niet meer van de overige vorderingen.

uitzettingen in ’s Rijks schatkist
In het Begrotingsakkoord 2013 is afgesproken dat decentrale overheden vanaf 2013 gaan schatkistbankieren waardoor tegoeden worden aangehouden in de Nederlandse schatkist. Hierdoor zal de Nederlandse staat minder geld hoeven te lenen op de financiële markten en daalt de staatsschuld.

In het besluit begroting en verantwoording (BBV) staat opgenomen dat met ingang van de rekening 2014 in de balans over (het gebruik van) het drempelbedrag wordt gerapporteerd volgens het navolgende voorgeschreven format. Uit de gegevens blijkt dat in 2019 het drempelbedrag in geen enkel kwartaal is overschreden.

Verslagjaar

2019

(1)

Drempelbedrag

1693

Kwartaal 1

Kwartaal 2

Kwartaal 3

Kwartaal 4

(2)

Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen

327

445

366

307

(3a) = (1) > (2)

Ruimte onder het drempelbedrag

1.367

1.249

1.328

1.386

(3b) = (2) > (1)

Overschrijding van het drempelbedrag

-

-

-

-

(1) Berekening drempelbedrag

Verslagjaar

2019

(4a)

Begrotingstotaal verslagjaar

225.774

(4b)

Het deel van het begrotingstotaal dat kleiner of gelijk is aan € 500 miljoen

225.774

(4c)

Het deel van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat

-

(1) = (4b)*0,0075 + (4c)*0,002 met een minimum van €250.000

Drempelbedrag

1693

(2) Berekening kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen

Kwartaal 1

Kwartaal 2

Kwartaal 3

Kwartaal 4

(5a)

Som van de per dag buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen (negatieve bedragen tellen als nihil)

29.391

40.451

33.634

28.271

(5b)

Dagen in het kwartaal

90

91

92

92

(2) - (5a) / (5b)

Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen

327

445

366

307

Deze pagina is gebouwd op 04/24/2020 11:51:11 met de export van 04/24/2020 07:15:41