Financieel overzicht
bedrag x € 1.000 | Rekening | Begroting 2019 | Rekening 2019 | Saldo | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Programma | 2018 | Primitief | Lasten | Baten | Saldo | Lasten | Baten | Saldo | 2019 | |
Taakvelden | ||||||||||
Totaal saldo van baten en lasten | -122.192 | -121.316 | 3.186 | 131.001 | -127.815 | 2.838 | 131.627 | -128.789 | -974 | |
Reservemutatie | 4.000 | 4.000 | 4.000 | 0 | 4.000 | 4.000 | 0 | 4.000 | 0 | |
Resultaat | -118.192 | -117.316 | 7.186 | 131.001 | -123.815 | 6.838 | 131.627 | -124.789 | -974 |
0.61 OZB woningen en 0.62 OZB Niet woningen
De taakvelden 0.61 en 0.62 bevatten naast de OZB-inkomst ook uitvoeringslasten/-baten om deze inkomst te realiseren. Voor het beoordelen van de OZB-inkomst worden in onderstaand overzicht de uitvoeringslasten/-baten geëlimineerd.
Bedrag x € 1.000 | Saldo | correctie | Begrote | Saldo | correctie | Werkelijke |
---|---|---|---|---|---|---|
begroting | uitvoering | OZB inkomst | rekening | uitvoering | OZB inkomst | |
061 OZB woningen | -10.532 | 881 | -11.413 | -10.567 | 862 | -11.429 |
062 OZB Niet woningen | -10.344 | 313 | -10.657 | -10.335 | 313 | -10.648 |
Totaal | -20.876 | 1.194 | -22.070 | -20.902 | 1.175 | -22.077 |
Bedrag x € 1.000 | woningen | Niet woning | Niet woning | Totaal |
---|---|---|---|---|
gebruik | eigendom | |||
Begroot | 11.413 | 4.404 | 6.253 | 22.070 |
werkelijk aanslagjaar 2019 | 11.431 | 4.321 | 6.089 | 21.841 |
werkelijk oude aanslagjaren | -1 | 72 | 165 | 236 |
Werkelijk | 11.430 | 4.393 | 6.254 | 22.077 |
Begroot minus werkelijk | -17 | 11 | -1 | -7 |
De primitieve begroting 2019 ad. € 22,070 miljoen wijkt niet noemenswaardig af van de werkelijke inkomst 2019.
De werkelijke opbrengst over het aanslagjaar 2019 zal nog wijzigen door het opleggen van aanslagen en het afhandelen van bezwaarschriften in 2020.
0.7 Algemene uitkering
mutaties na septembercirculaire (voordeel € 0,5 miljoen)
De actuele begrotingsraming 2019 is gebaseerd op de septembercirculaire. De uitkomsten daarvan zijn meegenomen in de begrotingsraad van 6 november 2019.
De notitie "effecten decembercirculaire 2019 uitkering gemeentefonds" meldt dat voor het verslagjaar 2019 een bedrag voor taakmutaties beschikbaar is gesteld van € 526.000. De twee belangrijkste onderwerpen zijn "experiment sociale dementie" en "klimaatakkoord". De toegekende taakmutaties verklaren grotendeels het verschil ten opzichte van de actuele raming.
Daarnaast wordt in de notitie melding gedaan van een incidenteel voordeel over oude jaren (€ 193.000) en een nadelige bijstelling van de uitkering 2019 van € 228.000.
stellige uitspraak BBV algemene uitkering (balanspost)
Met betrekking tot de algemene uitkering heeft de commissie BBV een stellige uitspraak gedaan. Dit houdt in dat in de jaarrekening de algemene uitkering wordt opgenomen conform de in het jaar laatst gepubliceerde accresmededeling die doorgaans is opgenomen in de septembercirculaire van het boekjaar. Als hiervan wordt afgeweken moet worden opgenomen dat er een stellige uitspraak is en aanvullend moet worden toegelicht welke circulaire en/of aanvullende informatie in de jaarrekening is verwerkt. Dit betreft de volgende twee aanvullende aannames/correcties (totaal € 447.000).
1. BTW-compensatiefonds (BCF)
Gemeenten kunnen hun betaalde BTW (met inachtneming van de nodige nuanceringen) declareren bij het BCF. Via het Regeerakkoord Rutte II is besloten, dat het gemeentefonds wordt gekort als gemeenten in totaliteit meer declareren dan beschikbaar is in het BCF. Als gemeenten minder declareren wordt het niet benutte deel van het fonds (de onderuitputting) gerestitueerd ten gunste van het gemeentefonds. Na afloop van het jaar wordt de balans opgemaakt en wordt afgerekend op basis van de werkelijke resultaten. Op dit moment wordt een onderuitputting van het fonds geraamd, maar deze verdwijnt op het moment dat de BTW-declaraties toenemen. De verwachting is (ook bij de VNG), dat de huidige gemeentefondscijfers te rooskleurig c.q. geflatteerd zijn en dat de BTW-declaraties zullen toenemen door aantrekkende investeringen, stijgende prijzen en BTW-jurisprudentie.
De bestendige Amstelveense gedragslijn is om een onderschrijding van het BCF-plafond niet vooraf in te boeken, maar jaarlijks achteraf te verwerken conform de nacalculatie zoals opgenomen in de desbetreffende meicirculaire. Sinds de invoering van deze systematiek (meicirculaire 2014) wordt deze lijn expliciet verwoord in de jaarlijkse bestuurlijke rapportage over de meicirculaire, die onderdeel uitmaakt van de behandeling van de Perspectiefnota.
Concreet wordt in de algemene uitkering 2019 rekening gehouden met een lagere uitkeringsfactor (min 5 punten) dan staat vermeld in de circulaire. Dit betekent dat de "eigen" algemene uitkering 2019 € 383.000 lager is dan de opgave van het Ministerie van BZK. Wel verwerkt in deze jaarrekening 2019, op basis van de meicirculaire 2019, is de nacalculatie over 2018 ad. € 528.000.
2. OZB aftrekpost
De hoogte van de algemene uitkering uit het gemeentefonds van een gemeente hangt onder andere af van de zogenoemde ‘OZB-belastingcapaciteit’ van een gemeente. Het idee daarachter is: hoe meer geld een gemeente aan OZB kan binnenhalen, des te minder geld uit het gemeentefonds nodig is.
Bij opmaak van de jaarrekening wordt een actuele stand van de WOZ-waarden berekend aan de hand van gegevens die de belastingsamenwerking Gemeentebelastingen Amstelland aanlevert. Deze stand is actueler dan de gegevens die bij het CBS bekend zijn. De algemene uitkering 2019 is gebaseerd op de actuele hogere WOZ-waarden en voor 2019 leidt dit tot een lagere algemene uitkering van € 64.000 .
0.8 Overige baten en lasten
Stelpost onvoorzien
In de tweede tijdvakrapportage is de stelpost "onvoorzien" gehandhaafd in afwachting van mogelijke "onvoorziene" uitgaven. In de loop van 2019 is geen aanspraak gedaan op deze stelpost waardoor het restant van € 128.000 incidenteel vrijvalt.
0.9 Vennootschapsbelasting (VPB)
Actualisering van bouwgrondexploitaties met een aangepast resultaat (in totaalbedrag of per jaarschijf) heeft een directe invloed op de VPB last. In 2019 ontstaat hierdoor een incidenteel voordeel. In de Perspectiefnota 2020 wordt een actueel meerjarig beeld voor de VPB verplichting ter besluitvorming voorgelegd.