2.1 Sociaal domein

Wat heeft het gekost?

Financieel overzicht

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie
Aanpak Dementie (nadeel € 225.000)
De gemeente Amstelveen is één van de vier “Social Trial”- gemeenten. Dit betekent dat Amstelveen, samen met zorg- en welzijnspartijen en Zorg & Zekerheid, deelneemt aan experiment met het ondersteunen van mensen met dementie en hun naasten volgens de Sociale Benadering Dementie. Het experiment duurt vier jaar, is eind 2018 gestart en wordt gefinancierd vanuit verschillende organisaties/bronnen. Eén van de financiers is het Rijk. De eerste helft van hun bijdrage aan het experiment is beschikbaar gesteld in de septembercirculaire 2018. De tweede helft is via de decembercirculaire 2019 beschikbaar gesteld. Doordat de bedragen gespreid worden besteed in de periode november 2018 – november 2022 wordt het volledig ontvangen bedrag van € 225.000 gereserveerd.

Sociale samenhang (voordeel € 293.000)
In 2019 heeft het college plannen gemaakt en besluiten genomen op basis van pilots (vervolg Bijspringen en Versterken en wijkaanpak Patrimonium) en moties (lief- en leedaanpak, renovatie Pluspunt, incidentele uitbreiding ouderenadvies) om de sociale samenhang in Amstelveen te versterken. Het gaat om eenmalige uitgaven die vanwege de tijd niet in 2019 maar in 2020 gebeuren: besluitvorming, informatie en participatie vonden in december plaats en het contracteren van een aannemer was eind 2019 niet opportuun. Voorgesteld wordt om € 293.000 over te hevelen naar 2020 voor de uitvoering van de pilots en moties.

Innovatiefonds (voordeel € 80.000)
Het innovatiefonds mag zich verheugen in een toenemende bekendheid. In het laatste kwartaal van 2019 kwamen relatief veel aanvragen binnen en deze trend lijkt zich in het eerste kwartaal van 2020 voort te zetten. Niet elke aanvraag betekent ook een aanvraag die aansluit bij de doelen van het innovatiefonds en die voldoet aan alle criteria. Dit heeft er toe geleid dat een aantal aanvragen is afgewezen, waardoor er in 2019 € 80.000 resteert. Het restantbudget 2019 blijft beschikbaar in de reserve om vanaf 2020 in te zetten voor aanvragen innovatiefonds.

Diverse onderdelen binnen taakveld 6.1 (voordeel € 255.000)
Er is een voordeel ontstaan van € 255.000 op diverse onderdelen zoals jongerenwerk, inburgering, burgerparticipatie, preventie, communicatie, hulp op afstand, toegankelijkheid en gezond in Amstelveen (stoppen met roken). In 2019 is voorzichtig omgesprongen met het aangaan van meerjarige verplichtingen gelet op de ombuigingen die in de begroting van 2020 zijn geland. Hierdoor zijn niet alle budgetten besteed.

Collectief Vervoer (nadeel € 95.000)
Sinds 2017 zien we een stijging in het gebruik en kosten van het Collectief Vervoer. Meer aanvragen, meer reizigers, meer ritten en meer gereden kilometers. Gezien het structurele karakter van deze toename zal hier bij de Perspectiefnota 2021 op teruggekomen worden.

6.3 Inkomensregelingen
Debiteuren sociale dienst (voordeel € 93.000)
In 2019 is voor een bedrag van € 474.000 aan vorderingen opgelegd. In de begroting wordt rekening gehouden met een budget van € 325.000. Het overschot van € 149.000 wordt veroorzaakt door enkele grote fraudevorderingen.

Daarnaast moesten er enkele grote vorderingen worden afgeboekt (kwijtschelding) wat een nadeel geeft van € 168.000.

Het beoordelen van de (grote) openstaande vorderingen leidt er tevens toe dat het risico van de debiteuren is afgenomen wat een voordeel geeft van € 112.000.

Minimabeleid (voordeel € 115.000)
Het totaal aantal toekenningen voor minimaregelingen is licht gestegen ten opzichte van 2018. Een mogelijke verklaring hiervoor is de toegenomen communicatie rondom dit onderwerp.

Het overschot is met name ontstaan doordat het aantal toekenningen van bijstand ten behoeve van verhuis- en inrichtingskosten is gedaald. Dit geldt voor toekenningen als gift en voor toekenningen in de vorm van leenbijstand. Hierdoor zijn ook minder terugvorderingen opgelegd.

De voornaamste achterliggende reden is het feit dat er vanwege de krapte op de woningmarkt minder verhuisbewegingen zijn. Een andere belangrijke oorzaak van de afname van het aantal aanvragen voor verhuis- en inrichtingskosten wordt verklaard door de afname van het aantal te plaatsen statushouders.

6.6 Maatwerkvoorzieningen (WMO)
Hulpmiddelen (voordeel € 355.000)
In de begroting is rekening gehouden met enkele grote woningaanpassingen. De aanvragen hiervoor zijn uitgebleven en dit verklaart een onderbenutting van € 145.000. Daarnaast blijken opgenomen verplichtingen uit 2018 om uiteenlopende redenen lager uit te vallen; goedkopere uitvoering, verhuizingen, niet doorzetten aanvraag (totaal € 140.000). Tot slot zijn hulpmiddelen uit het depot aan leveranciers verkocht vanwege de wijziging in maart van het contract van koop naar huur. Dit betekent een afwijking van € 70.000.

6.7 Maatwerkdienstverlening 18+
Hulp bij het Huishouden en Begeleiding (nadeel € 410.000)
Er is een overschrijding ontstaan van € 410.000 op de onderdelen Hulp bij het Huishouden en Begeleiding. Dit wordt in belangrijke mate veroorzaakt door een aantal facturen waar in de jaarrekening 2018 niet in is voorzien (€ 360.000). Daarnaast is er een toename in het aantal toekenningen op beide onderdelen, zoals in het Tweede Tijdvak is aangegeven (€ 50.000).

6.72 Maatwerkdienstverlening 18-
Het tekort op maatwerkdienstverlening 18- heeft diverse oorzaken zoals historie, zwaardere trajecten, meer cliënten, beperkte invloed, meer jeugdhulp op speciaal onderwijs.

Ongeveer twee derde van de jeugdhulp loopt door uit het voorgaande jaar. Dit betekent dat maximaal een derde van het budget in een jaar direct te beïnvloeden is. De invloed op deze nieuwe (en bestaande) trajecten is beperkt.

Voor de bestaande trajecten geldt dat de gemiddelde kosten per traject stijgen. Dit komt mede door een trend van de verzwaring van de problematiek (duurdere en of langere trajecten) en een bredere blik op het gezin en thuis (in plaats van alleen op het kind).
Daarnaast viel de financiële afrekening van de korter lopende ‘niet duurzame’ trajecten uit 2019 die zijn gestart in 2018 tegen. Dit heeft te maken met de afrekening op werkelijke kosten uit 2018 waardoor de verhouding van 70% bij start zorg en 30% bij einde zorg anders uitpakt en hierdoor een groter deel van de lasten (dan de 30%) op 2019 terecht komt.

Voor de nieuwe trajecten geldt dat het aantal cliënten stijgt (ongeveer 3% per jaar). Dit is een belangrijke verklaring voor de stijging van het nadeel. De stijging van het aantal kinderen wordt veroorzaakt door het vaker en eerder zien van de problematiek en bevolkingsgroei.
Ook wordt er meer specialistische jeugdhulp ingezet op de diverse scholen voor het speciaal (basis-) onderwijs.

Wel is in 2019 een ontwikkeling zichtbaar waarin het aantal nieuwe zware segment C trajecten per maand afneemt. Het aantal nieuwe verwijzingen via de gemeente neemt af, terwijl het aantal lichtere segment B verwijzingen via de huisarts juist duidelijk toeneemt.

Het tekort van € 1,4 miljoen bevat een nadeel over 2019 van € 2,1 miljoen en een voordeel over 2018 van € 0,7 miljoen. Dit betreft verwachte kosten over het jaar 2018 die tot heden niet in rekening zijn gebracht en waarvan de verwachting is dat deze niet meer komen.

6.82 Geëscaleerde zorg 18-
Het tekort van € 258.000 wordt veroorzaakt door een stijging van het tarief van de organisaties die de jeugdbescherming uitvoeren (de gecertificeerde instellingen). Deze organisaties voeren preventieve jeugdbescherming en gerechtelijke maatregelen uit en hebben derhalve te maken met de zwaarste problematiek in de (veiligheids) keten.
In 2019 is de caseload per medewerker bij de jeugdbescherming verlaagd omdat deze te hoog was voor de steeds zwaardere problematiek die deze instellingen tegenkomen. Dit heeft geleid tot een stijging van de kosten. Dit is in lijn met landelijke ontwikkelingen ten aanzien de kostprijs. Het aantal trajecten is nagenoeg gelijk gebleven.

Deze pagina is gebouwd op 04/24/2020 11:51:11 met de export van 04/24/2020 07:15:41